De ene dag zit ze op school in Zwolle of geeft ze massages op haar stage-adres, de andere dag schuift ze bij de minister of bestuurders aan tafel. En ook al gaat het dan om studentenrechten, toch kan ze het niet nalaten om ook op andere dingen te letten. ,,Dan denk ik: jij moet nodig iets aan je wenkbrauwen doen.''
Roosmarijn Dam (22) uit Wezep studeert voor allround schoonheidsspecialiste bij Landstede in Zwolle maar is sinds haar benoeming tot voorzitter van de studentenvakbond JOB ook de stem van een half miljoen mbo'ers.
Een schoonheidsspecialiste in opleiding die voorzitter wordt van de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs. Hoe is dat gekomen?
,,Toen ik hier op de opleiding kwam werd ik al vrij snel gevraagd als klasse-vertegenwoordiger, want ik bemoeide me overal tegenaan, haha! Als ik het ergens niet mee eens ben laat ik het wel weten. Vervolgens kwam ik in het studentenpanel en in de studentenraad van Landstede. Toen ik een conferentie van het JOB bijwoonde raakte ik geïnteresseerd in het bestuurswerk. Niet veel later was ik penningmeester en zat ik in de Tweede Kamer voor een rondetafelgesprek met Kamerleden.''
En dan nu ook nog voorzitter.
,,Het combineren van mijn opleiding, stage én een bestuursfunctie bij het JOB was vorig jaar enorm intensief. Eigenlijk had ik een zevendaagse werkweek. Omdat er elk jaar een bestuurswisseling is stond ik daarna voor de keuze: stoppen of doorgaan. Ik heb er veel over gesproken met m'n ouders en heb besloten: ik ga er gewoon voor en ik wil voorzitter worden. Deze kans moet ik grijpen. Ik kan me sterk maken voor het mbo en ik leer er enorm veel van.''
Je vertegenwoordigt nu een half miljoen mbo-studenten. Wat ga je voor ze bereiken?
,,Ik kan in één jaar niet alles veranderen. Maar ik vind het heel belangrijk dat studenten die uit het passend onderwijs komen, op het mbo óók goede begeleiding krijgen. Nu is dat niet goed geregeld. En we moeten wat doen aan de 'ophok-uren'. Soms zit je alleen op school om uren te maken. Dan krijg je geen les, maar is het een soort huiswerkklas. Voor sommige studenten werkt dat, voor anderen niet. Scholen moeten daar flexibeler mee omgaan.
Als voorzitter wil ik me ook sterk maken voor een beter imago van het mbo. Zelf heb ik eerst op het hbo gezeten en toen ik overstapte naar het mbo vonden sommige mensen dat ik me 'verlaagde tot een ander niveau'. Dat vind ik zó belachelijk. Het mbo zorgt voor enorm veel vakmensen, die hard nodig zijn. Je mag trots zijn als je het mbo gedaan hebt.''